Het is een kostbaar bezit van de Protestantse Gemeente in Loenen, het orgel dat gebouwd werd in Westfalen, in het midden of de tweede helft van de 17de eeuw. Het is niet meer exact vast te stellen, maar men vermoedt tussen 1645 en 1690.
In ieder geval is het zeker, dat de Hervormde Gemeente van Loenen het in 1870 heeft gekocht van – of via de firma Leichel in Duisburg.
Aankoop en plaatsing.
Over de aankoop stond in een oud kerkboek het volgende: “In Den Jare 1800 een en zeventig is door de Kerkvoogden in overleg met notabelen besloten om een orgel te plaatsen in het Kerkgebouw van de Hervormde Gemeente alhier en daarvoor af te staan uit de kerkelijke fondsen een som van driehonderd gulden en de overige gelden daarvoor benodigd door bemoeiingen van de Kerkvoogden bijeen zien te krijgen".
Totaal aan schenkingen: ongeveer f. 1.791,-. Het tekort van ruim f. 100,- kwam uit het Kerkenfonds.
Op 20 augustus 1871 werd het orgel officieel en feestelijk in gebruik genomen.
Het is gebleken, dat de Loenenaren ook in die tijd al zeer vooruitstrevend waren, want al vrij spoedig na de plaatsing werd uitbreiding gegeven aan de Dispositie (stemmen) van het orgel, zodat het Pijpwerk twee periodes omvatte, namelijk midden 17e en eind 19e eeuw.
Grote restauratie
In de 70-er jaren kwam er steeds meer mankementen aan het orgel. Het orgel werd vrijwel onbespeelbaar. Kerkenraad, kerkvoogden, organisten en adviseurs zijn heel lang bezig geweest om een moeilijke beslissing te nemen: of het orgel slopen en vervangen door een modern orgel of het gezien de grote historische waarde te restaureren en het voor de huidige en toekomstige generaties te behouden.
Uiteindelijk werd toch besloten om tot restauratie over te gaan en kwamen de onderhandelingen met rijk, provincie en gemeente op gang om een financiële bijdrage te krijgen, omdat het orgel in Loenen op de monumentenlijst staat. Er kwam geld beschikbaar dat werd aangevuld met geld uit het restauratiefonds.
Op 18 augustus 1978 werd het volledig gerestaureerde orgel tijdens een feestelijke dienst weer in gebruik genomen. Het orgel werd die dag bespeeld door de organisten Bolt, Middelman en van Delden.
Na de restauratie had het orgel de volgende stemmen (Dispositie):
Gedeckt 8 vt | nieuw vervaardigd |
Quinte 3 vt | merendeels 17e eeuws pijpwerk en gedeelte nieuw |
Octav 2 vt | merendeels 17e eeuws pijpwerk |
Trompete 8 vt | tweemaal (link en rechts) nieuw vervaardigd |
Prestant 4 vt | merendeels 17e eeuws pijpwerk |
Serquialtera 2 vt | merendeels 17e eeuws pijpwerk en gedeeltelijk nieuw |
Holfluit 4 vt | merendeels 17e eeuws pijpwerkeuw |
Mixtuur 3 vt sterk | nieuw vervaardigd |
Het bijna 2-octaafs voetpendaal.